kwadraten

in de wiskunde werken we ook met kwadraten.

een kwadraat schrijf je als een kleine twee net achter het getal.

als er een kwadraat achter een getal staat dan gaat het keer 2

bijv. 9 kwadraat wordt 18

       10 kwadraat wordt 20

       11 kwadraat wordt 22

       4 kwadraat wordt 8

en zo kan je nog een hele tijd door blijven gaan.

maar als het getal tussen haakjes staat met een kwadraat er achter gaat het keer zichzelf.

bijv. (9) kwadraat wordt 81

       (10) kwadraat wordt 100

        (11) kwadraat wordt 121

         (4) kwadraat wordt 16

en zo werkt dat ook als de getallen negatief zijn.

negatiefe getallen zijn bijv.

     -3

     -2

     en zelfs -21